Fytotherapie wordt gedefinieerd als: De professionele toepassing van plantaardige geneesmiddelen met als doel de gezondheid te behouden of te bevorderen.
Het gebruik van fytotherapeutica buiten de professionele hulpverlening om (zelfzorg, mantelzorg) valt niet onder deze definitie van 'fytotherapie'. Voor de professionele toepassing van fytotherapeutica bestaan zowel regulier medische als andere (westers en oosters traditionele) benaderingen. 'Fytotherapie' kan dus verwijzen naar heel verschillende behandelwijzen, zowel regulier als 'alternatief'.
Globaal kunnen vijf belangrijke contexten voor het gebruik van fytotherapeutica worden onderscheiden: de reguliere (moderne westerse) geneeskunde, de westers traditionele natuur-geneeskunde, de antroposofische geneeskunde, de traditionele Chinese geneeskunde en de Ayurvedische (Aziatische) geneeskunde.
Fytotherapie is geen homeopathie
Veel geneesmiddelen worden ten onrechte homeopathische geneesmiddelen genoemd. Fabrikanten van geneesmiddelen gebruiken de naam homeopathie graag omdat het een vertrouwde klank heeft. Artsen zeggen soms dat ze een homeopathisch geneesmiddel voorschrijven om de patiënt te overtuigen dat het een onschadelijk geneesmiddel is. Veel homeopathische geneesmiddelen worden van planten gemaakt, maar essentiëel bij de bereiding van homeopathische geneesmiddelen is het potentiëren (verdunnen en schudden).
Door het schudden ontstaat een, nog niet begrepen, kracht die verantwoordelijk is voor het genezend effect. Maar er zijn ook plantaardige geneesmiddelen die niet gepotentieerd worden en in niet of nauwelijks verdunde vorm worden toegediend. Dit soort geneesmiddelen heet fytotherapie.
Fytotherapeutische geneesmiddelen zijn dus plantaardige middelen, maar daarom nog niet per definitie ongevaarlijk. Er bestaat een wijdverbreid misverstand dat natuurlijke geneesmiddelen onschadelijk zouden zijn. Vreemd eigenlijk, want iedereen weet dat veel planten giftig zijn. Pas dus een beetje op met fytotherapie, ook als de plant niet direct giftig is, kan teveel nemen wel schadelijk zijn. Zo bevat zeewier veel jodium en jodium is gevaarlijk voor schildklierpatiënten.
Eigenlijk lijkt fytotherapie meer op gewone (chemische) geneesmiddelen dan op homeopathie. Het werkingsmechanisme is namelijk via moleculen die een verbinding aangaan met moleculen in het lichaam, net als bij gewone geneesmiddelen. Bij homeopathische middelen is dat niet het geval omdat er vaak geen molecule in zit en de werking dus via een vorm van energie loopt. Fytotherapeutische middelen lijken milder te werken dan gewone geneesmiddelen, maar moeten wel als gewone geneesmiddelen benaderd worden. Dat betekent: verdacht zijn op bijwerkingen, gewenning en afhankelijkheid.
Het vervelende is nu dat op sommige fytotherapeutische geneesmiddelen staat dat het een homeopathisch geneesmiddel is. De overheid heeft dit soort misleiding nog onvoldoende ingeperkt. Blijf dus voorzichtig met zelfmedicatie. Ga nooit chronische of telkens terugkerende klachten zelf behandelen. Dat moet u niet doen met gewone geneesmiddelen en dat moet u ook niet doen met homeopathische of fytotherapeutische geneesmiddelen.